Het is zondag en mooi weer. Het is een gezellige drukte in het cafeetje en ik denk dat dit (dus) een toeristische plek is. Ik bezoek de kathedraal bij het klooster, er loopt een mannetje met een bakje rond en wanneer ik ga zitten zie ik dat hij bij het kaarsenaltaar en op alle andere plaatsen waar je je klein geld kwijt kunt, het geld er uit haalt. Dit maakt lawaai door de akoestiek die het hoge gebouw heeft. Kun je dit niet op een ander moment doen, denk ik even.
Ik kan nog net een stempel krijgen bij het informatiepunt dat om 14 uur dicht gaat kijk nog even rond in de kloostertuin. Omdat het zulk lekker weer is en nog maar 14 uur besluit ik de 2 kilometer omhoog naar het huis van Bianca te lopen, langs de weg, dat wel dus goed uitkijken want ik kom ook langs een bos bloemen aan de vangrail en ben me dan even goed bewust dat je leven maar zo voorbij kan zijn. Hé daar ligt een egel (ik denk gelijk even aan Hessel op Terschelling), ligt die nu te slapen?? Als ze dood zijn zien ze er meestal meer als gehakt uit. Zal wel niet hier gaan liggen slapen…. ik loop weer door.
Het laatste stukje kan ik het (weer eens) niet vinden en bel Bianca. “Ben je helemaal komen lopen?” Jee, de andere ook al. Wanneer ik binnenkomen is het Nederlandse stel er al lang. Gisteravond troffen we elkaar even in Combarro bij de haven. Aik en Ineke, en nee, we zijn géén echtpaar, dat denkt iedereen inderdaad. Dus als je liever niet in het stapelbed slaapt dan is het prima voor ons om te ruilen zegt Ineke. Ik lig ook prima alleen onderin het stapelbed. We zijn hier met zijn drieën. Er is een woonkeuken voor ons ter beschikking en een badkamer. Heerlijk weer een bed met lekker beddengoed en een gewone handdoek. Met Bianca, de hospitalero, heb ik al sinds begin dit jaar via Facebook contact en ook in de dagen hiervoor heeft ze me bijvoorbeeld getipt om in Hotel Xeito in Combarro te gaan slapen. Zij en haar man en zoon wonen hier nu 10 jaar en vinden het leuk om, op donativo basis, pelgrims te verwelkomen in hun huis, er zijn 4 slaapplaatsen. Via Camino Comfort in Oss, Luisa en Joyce, heb ik ook goede verhalen over dit adres gehoord dus alle reden om hier te zijn. Met Bianca verklets ik mijn tijd een beetje in plaats van direct te gaan douchen en mijn kleding te wassen.
Ik merk dat ik, sinds de afslag op de variante espiritual meer rust ervaar. Weinig pelgrims, mooie natuur, meer op mezelf kunnen zijn en veel beter slapen. Ik concludeer dat ik nieuwe energie krijg wanneer ik op mezelf ben. Dit was één van de vragen die ik vooraf had toen ik op reis ging. Hoe zit het met introversie en extraversie bij mij? Voor anderen zichtbaar is mijn extraversie maar in veel situaties en in testen blijkt ook een introverte kant in mij.
Met Aik en Ineke spreek ik af om samen naar de speciale pelgrimsmis te gaan om 19.00 uur in de kapel bij het klooster. We willen, als echte Nederlanders…maar ook omdat we al op tijd zijn opgestaan en hebben gelopen, liever vooraf een hapje eten in het dorpje. Bianca adviseert ons om het restaurant met het trappetje te nemen. We lopen er gedrieën naar toe, in een auto stappen voelt nog even niet als nodig.
Alweer mooie bloemen onderweg. Je ziet echt veel meer als je loopt.
In het cafeetje met de trap is het nog rustig. Aik spreekt zijn talen en knoopt al snel een praatje in het Spaans aan met een wat aangeschoten mannetje. Vanmiddag zat hij te bedelen en heeft Aik hem wat gegeven, nu blijkt dat hij daardoor geniet van een biertje. Ja dat is niet de bedoeling hè, zegt Aik (volgens mij) en we hebben er lol om.
Dat eten vooraf wordt ‘m niet. We zijn te vroeg, we nemen een drankje en gaan op tijd naar de overkant voor de Vesperdienst.
Helaas mochten er geen foto’s gemaakt worden. Het is een klein kapelletje op de bovenverdieping, ter grootte van een flinke huiskamer. Er staat stoelen in een U vorm en wij mogen plaats nemen. We zijn met een stuk of 8 pelgrims aanwezig en even zoveel nonnetje druppelen langzaam binnen. De meesten al flink op leeftijd en in vol ornaat, wit gewaad, leren koord om de middel, zwarte hoofddoek, één non met een witte (de hoofdnon?) maar ook een jong ding in een spijkerbroek. Toen wij binnenkwamen zat er al één, een zwarte goedlachse die ons vriendelijk toelachte en ook tijdens de dienst af en toe even lief knikte. Anderen bleven stoïcijns voor zich uitkijken. De priester komt binnen en begint de dienst. Ik versta “peregrino’s” “Santiago” “Dios” en het verhaal over ” Martha” door de naam die ik herken en daardoor weet waar het over gaat. Er wordt prachtig gezongen. Een non zingt regelmatig solo waarop de anderen in antwoord zingen, als een engeltje zo hoog en mooi.
Toen de pelgrimszegen, of we willen gaan staan en één voor één door het midden, tussen de nonnen door, naar de priester willen lopen. Hij geeft ons de zegen, wenst ons met prachtige woorden een veilige tocht met mooie inzichten en hij maakt met zijn hand een kruisje op mijn voorhoofd. Daarna zingen we het Ubi Charitas, dat ken ik en ik zing mee. Het is prachtig en Ineke schiet vol. Ik sla een arm om haar heen en we verlaten de kapel. Wàt een mooie ervaring.
We hebben trek en het cafeetje (met een restaurant ernaast dat dicht is) zit goed vol. Voor buiten eten vinden we het net te fris geworden. We kunnen aanschuiven bij 2 andere “outsiders”” hahaha, ook pelgrims, verder alleen locals in the house. Ook het mannetje loopt rond en grijnst ons nog eens toe.
Ik vind het te lawaaiig na de ervaring van zojuist maar ja, je moet toch eten, ik krijg de knop niet helemaal om. Ineke ook niet. Aik is alweer druk in gesprek en ik hoor hem vertellen dat hij, samen met zijn vrouw, als hospitalero vrijwilligerswerk doet in een alberge op de Camino Frances, de route die vanuit Frankrijk naar Santiago gaat en bij St Jean pied de Port de Pyereneen overgaat. Dit is de nummer 1 op de alle pelgrimswegen naar Santiago qua bekendheid en drukte. De Portugese route is inmiddels een respectabele tweede, ik vond het soms ook (te) druk.
We bestellen wat (wat maakt me niet uit), het blijkt haan en Aik weet een lekker toetje: kaas met kweeperen, warm geserveerd normaal gesproken, dat is niet gelukt maar lekker was het wel.
Morgen een mooie route voor de boeg met de naam: De route van steen en water, over 25 kilometer loop ik dan naar Vilanova de Arousa. Het is niet zo vroeg licht en ik besluit om bij schemer te vertrekken. Bianca biedt aan om ons morgenvroeg naar het startpunt in Armenteira te brengen.