3 oktober Tui – Porriño

Laat op de avond is er nog een man aangekomen in de Alberge,  hij ligt in het laatste vrije bed op onze, tot dan toe dameskamer. Met de dames bleek ik met allemaal al een connectie te hebben op de Camino.  Rachel uit Londen ken ik sinds Barcelos en Ana uit Portugal sinds Rubiaes waar ik bij haar aan tafel zat. Haar vrienden Ruth en Bruno slapen een deur verder in deze Alberge. Zo is het nu regelmatig een enthousiast weerzien met verschillende pelgrims. Je treft elkaar in een Alberge of onderweg wanneer je stopt voor een pauze, terrasje etc. Ongemerkt vorm je een groepje. Op de eerste dag in Porto maakten de Nederlandse Joan, de Duitse Vanessa en ik een Whatsapp groepje aan, dat gaf een goed gevoel nu drie vrouwen apart van elkaar, alleen de Camino gingen lopen. Gaandeweg voegde ik de Nederlandse Mirjam toe en de Duitse (man alleen) Holger. Joan appte of ik de Zuid-Afrikaanse Amanda ook wilde toevoegen, tuurlijk . Joan, Vanessa en Amanda liepen de hele kustroute en waren van plan, net als ik, ook de variante espiritual te gaan lopen.

Gisterochtend zag ik dat Amanda de Whatsapp groep had verlaten. Ik kende haar niet. In deze Alberge bleek ik naast haar te slapen. Hoe toevallig. Amanda is een opmerkelijke verschijning. Mega grote toilettas, roze kleding met bijpassende opvallende haarband. Ze neemt letterlijk en figuurlijk veel ruimte in. Ze spreekt luid en is breedsprakig en ik krijg het gevoel dat ze indruk wil maken met de verhalen over haar man, reizen en ontmoetingen.  Ik laat haar lopen neem ik me voor. Ik ontbijt voor het eerst in Spanje , nu is dit een dure plek maar Spanje is prijziger dan Portugal.  De prijs van de koffie stijgt van onder de euro (80-90 cent naar boven de euro ( 1 – 1,20) Je went snel. Na een daarom voor Camino begrippen duur ontbijt in het café bij het hostel ga ik op pad. Het is half 9. De pijlen sturen me naar de kathedraal van Tui, daar heb ik gisteren geen stempel meer kunnen halen, ga ik nu doen. De deur zit nog dicht, hmmm, een straatveger maakt me duidelijk dat hij om 9 uur open gaat. Op dat moment komen de Canadese Gloria en Denis om de hoek om te gaan ontbijten tegenover de kathedraal.  We kletsen bij en ik besluit te wachten tot de deur opengaat.

Ik ben niet de enige die een stempel komt halen.

 

 

Via stijle, smalle straatjes verlaat ik Tui. De zon schijnt al fel, het beloofd weer een hele warme dag te worden. Ik heb nog geen water gekocht, ik vond het te duur in het café (1 euro voor een halve liter terwijl je in de supermarkt voor een paar dubbeltjes 1,5 liter hebt, we blijven wel Nederlanders hè). Ik kom, anders dan stille straatjes, niks tegen. Eenmaal buiten de stad vind ik mezelf niet zo slim.

 

Maar kijk nu, een watertappunt. Ik neem de gok en vul mijn flessen.  Dit water smaakt gelukkig prima! (De foto van het mooie tappunt blijkt qua formaat te groot om nu te kunnen uploaden helaas) dit beeld van een pelgrim staat er tegenover.

We zijn weer vertrokken op weg naar Porriño. Hoed op, insmeren, zonnebril.

Onderweg een gedenkplek voor een pelgrim die elke dag hier medepelgrims bemoedigd heeft en hielp. Ik merk dat ik het ook fijn vind om alleen te lopen en onderweg vriendelijk te zijn en open te staan voor wie ik ontmoet zónder dat ik de behoefte heb om samen een hele dag op te trekken. Een praatje terwijl je even samen loopt gaat meestal over waar je vandaan komt (Nederland maar ook startpunt Porto en de laatste plaats waar je geslapen hebt en in welke alberge) waar je naar toe gaat en meestal zijn het aardige dingen die je deelt. Meestal noem ik al snel ook mijn naam en leer zo veel pelgrims bij naam kennen. Dat gebeurd minder snel als je samen met iemand bent.

 

Vandaag komt een roodborstje me begroeten. Dit raakt me omdat we dit voorjaar in Schotland met onze “Landrover” vrienden een bijzondere ontmoeting hadden met een roodborstje. Dit normaal gesproken vrij schuwe vogeltje, bleef bij ons terwijl we de as van een vriend uitstrooiden op zo’n manier dat je er niet meer omheen kon, dat er meer is tussen hemel en aarde. Ik deel de foto in onze Whatsapp groep.

Ik blijf maar foto’s maken en ben blij dat ik door schaduwrijk gebied loop.

Ik loop over een oude Romeinse brug (alweer een te groot bestand ) en aan het begin van de middag is het alweer 30+ graden. Mijn looptempo is die van een bejaarde.

De Gallisische richtingpalen zijn nieuw. Ik kom op een punt dat er twee staan, links én rechtsaf.  Kop of munt? Ah een café, vragen maar en gelijk een stempel, wat drinken en naar de wc.

 

 

De man achter de bar legt me uit dat linksaf een mooiere route is, door bos, meer schaduw maar wél ruim 2 km langer en eerst stijl omhoog . Rechtsaf is korter maar industrie terrein. Met deze hitte heb je niet echt keus. Oké dan,  dat wordt een uurtje erbij want hard ga ik niet. De rugzak en de temperatuur maken deze tocht tot een serieuze work out iedere dag.

 

In het bos staat deze groep aanwijzingen , links rechts troelala 😁.

Ik verlang naar een einde van deze tocht. Onderweg heb ik gebeld met de-herberg-met-de-gordijntjes waar de anderen het over hadden, er is een plek voor me en dat is een gerusstellend idee. Verder is het afzien.

En soms denken dat je op Terschelling bent😉.

Op mijn tandvlees loop ik om 17 uur Porriño binnen. Google Maps erbij voor de route naar de alberge . Nee! Nog meer dan een half uur, sjoksjoksjok, ene voet voor de andere, 3x vragen en daar is het dan. Rachel is er al uren en wacht me fris en fruitig op, ook Denis en Gloria zijn hier en Tanja en Antonio, kortom de casa Fernanda familie.  Douchen, kleding wassen, naar de supermarkt voor avondeten en ontbijtspullen en even op het dakterras bijkletsen.  Mijn kleren hang ik in de tuin aan de waslijn.

Om 9 uur ga ik te kooi. Breed bed, lakens jippie, stopcontact en lampje. Met het gordijntje dicht waan ik me in mijn tent of nee meer zoals ik als kind een tent maakte met een laken over de eettafel. Onder de tafel met poppen of een theeservies. Op zaal maar toch knus in mijn eigen gedoetje. Lekker slapen, morgen naar Redondela.